Door Michiel Buitelaar
Mijn eerste sessie op dag 2 ging over complexe hardware, een onderwerp dat een beetje in de schaduw staat van ‘software is eating the world’. Hardware matters, too, was de strekking. De sprekerds hadden het over forse ontwikkelingen in hardware inzake ruimtevaart (bekend, de raketten van oligarchen en zo), klimaat (‘carbon capture’, en waterstofproduktie), vliegtuigen, diverse vormen van kernenergie (fusion, fission), solar, supergeleiding, magneten en meer. Daar zaten imposante dingen bij, die de wereld veranderen, lijkt mij. En die in het software geweld wel eens minder zichtbaar zijn.
Eén ding dat mij opviel: sprekers beleden dat je beter niet eindeloos kan blijven sleutelen aan de performance van een stuk hardware, maar in plaats daarvan goed-genoeg hardware kunt opschalen. Gaan voor schaal, boven superieure kwaliteit, met als kanttekening dat constructen van atomen natuurlijk minder schaalbaar zijn dan die van bits. Maar toch: schaal.
Een belangrijk weetje waar ik aan herinnerd werd is dat je met een magneet van ca 20 tesla (de eenheid, niet het automerk van die dwaas) een kikker kunt doen leviteren. Schoot me te binnen dat André Geim – Nobelprijswinnaar – daar een Ig Nobelprijs voor gekregen heeft, die in magnetisme zwevende kikker. Terecht. Wat kan je nou beter doen met zo veel magnetism tot je beschikking?
Daarna bezocht ik de pitches van startups, inzake artificial intelligence, voice en robotics (één uit een thematische reeks). Dat was wel aardig maar door het format – presentaties van 3 minuten – kwam niet alles even goed uit de verf. Ik vond sommige presentatoren, oprichters en zo, matig voorbereid. Ik, ongeduldig en op zoek naar concreetheid, kon niet altijd achterhalen welke problemen men claimde te gaan oplossen. Soms wel. Er werden onder andere potentiële oplossingen aangedragen voor online onveiligheid voor kinderen, tone of voice als verborgen informatie, geintegreerde medische documentatie, detectie van deep fakes en fysieke monitoring van kwetsbare personen. Sommige van deze oplossingen waren vergezocht, of erger (zei de cynicus). Die komen soms tot leven als er te veel goedkoop geld rond klotst – die tijden zijn voorbij.
Nog even dit over startups: ik vind dat soms modieus gedoe. Menigeen wil een startup, heeft de mond vol over funding, droomt van ‘unicorn zijn’, en belijdt ‘startup zijn’ als ware het een transcendente way of life. Ik denk dat de startup mania al flink weg zakt, om diverse redenen, te veel om hier te bespreken. Op SXSW ijlt het fenomeen nog na. Ik denk dat maar heel weinig ervan succesvol op de markt komen, en die (subjectieve, chagrijnige) indruk is door deze sessie niet weggenomen.
De derde sessie die ik bijwoonde was een bevlogen reclamespot voor nucleaire energie. Ik denk dat de zaal gevuld was met mensen met confirmation bias – zoals ik. De zaal was dus vrij leeg. De sprekerd noemde kernenergie een ‘black sheep’ wat mij correct lijkt. Het is raadselachtig hoe het dit onderwerp politiek vergaan is, en hoe weinig inhoudelijke discussie er over is. Vind ik. Deze sessie scheen een zinnig, docht ietwat optimistisch licht op de materie.
Een uitgangspunt van deze presentatie was: consumptie van energie gaat niet omlaag. Mij lijkt dat correct maar er zijn mensen die dat betwisten. Dat is een andere discussie. Hoe gaat men dan de immer groeiende vraag bedienen? Over kernenergie versus andere energiebronnen ging het maar ten dele – dat is jammer, ik worstel daar mee. Het ging over Zuid-Korea als de gouden standaard, dezer dagen; en over modulaire aanpakken – beter veel kleine reactoren dan enkele grote. Bret Kugelmass (fijne naam) legde uit dat in de afgelopen decennia er veel over-engineered is, dat men dingen te complex gemaakt heeft. Te veel nieuwe dingen, samengevoegd in te grote designs en projecten. Hij beleed overtuigend: gebruik bewezen technologie in overzienbare projecten. Ook interessant: hij stelde dat een deel van de nucleaire industrie leeft van fear mongering: angst zaaien over het duivelse afval en die dan tegen kolossale vergoedingen opbergen – ook een business model.
Zijn politieke optimisme was charmant maar betwistbaar. Hij zei dat de Oekraïne kwestie het denken over energie veranderd heeft (correct) en dat menig land, zo ook Nederland, nu klaar is voor de ommezwaai naar nucleair (deels waar, deels niet). Hij had het over Borssele, Rutte en nog wat, en dat alles nu hard gaat, wat mij simplistisch leek, zacht gezegd. Kernenergie is politiek toxisch, in menig land. Hij vertelde terecht hoopvol over Finland, Roemenië, Zuid-Korea en de UK. Ik zie kernenergie vooral als een psychnologisch en politiek issue, daarna pas als een funding en een engineering probleem. Hij had het over dat laatste.
Slot: een documentaire over Donna Summer. Het publiek was weer oud, al heeft Blom mij uitgelegd dat door Spotify ook jongeren oude muziek kennen. Hij en ik hebben dit van onze kinderen bevestigd gekregen. De docu was onderhoudend en af en toe passend luid. Er kwam een fragment voorbij van Van Oekels Discohoek, waar Donna Summer wat ongemakkelijk tussen Sjef en Henk Pal schuifelt. De docu deed voorkomen dat dingen zo gingen in Europa. Dit aanschouwd hebbend met bier en zoutjes, sloten we de dag af in een Koreaans restaurant. Dag 2, klaar.
Slot, erratum: in mijn verslagje van gisteren sprak ik mij wantrouwig uit over personalised media. Blom wees mij op mijn gebrek aan nuance. Ik bedoelde: als mensen zelf media moeten personaliseren, dingen instellen en zo, dan gebeurt er niet veel. Dat zie en roep ik al 20+ jaar. Daar blijf ik bij. Maar, als systemen, met AI met name, aanbod personaliseren, dan werkt dat als een tierelier. Zie Spotify, TikTok etc. Je kunt een hele, complexe discussie hebben over welk soort media aanbod zich daar goed of minder goed voor leent, en wat de impact ervan is. Daar hebben we het bij de koffie over gehad. Maar mijn opmerking was te kort door de bocht. Waarvan akte.