Door Gerard Dielessen
Omdat ikzelf de leeftijdsgrens van zeventig begin te benaderen was ik zeer geïnteresseerd in de uitkomsten van de sessie ‘Get ready for a 100 year life’. Ik moet mij toch een gaan beetje voorbereiden op de toekomst die nog voor mij ligt. Dus van enig eigenbelang was wel sprake. Mocht ik die magische leeftijd bereiken, dan heb ik immers nog 32 jaar in het vooruitzicht. Uiteindelijk zal het zo’n vaart wel niet lopen. Maar je kan er toch maar beter wel op voorbereid zijn. En daarnaast, en dat is echt serieus, interesseert dit onderwerp mij mateloos. Dat zal verderop blijken.
Eerst eens even wat feiten op rij afkomstig van Amerikaanse onderzoek voor het juiste perspectief.
De helft van de baby’s die op dit moment vijf jaar oud zijn worden honderd jaar oud.
Vijfenvijftigplussers zijn de snelst groeiende groep in de samenleving en vormen nu al 25% van de werkende bevolking.
Vrouwen leven gemiddeld vijf tot zes jaar langer dan mannen, maar blijven qua financiële kennis achter bij mannen.
De economische bijdrage van 50-plussers zal tegen 2050 verdrievoudigen.
Nu zijn er in de VS ongeveer 35 miljoen mensen van 65 of ouder, in 2060 zijn dat er bijna 95 miljoen.
En, zo blijkt uit het onderzoek, mensen worden vanaf hun vijftigste steeds gelukkiger.
In Nederland zullen de uitkomsten niet heel veel anders zijn. Ook hier groeit het aantal mensen van boven de vijftig door tot halverwege deze eeuw en zal daardoor steeds een voornamer deel uitmaken van onze populatie.
Terug naar de sessie met als belangrijkste thema dat we ons echt klaar moeten gaan maken om honderd jaar oud te worden. Gespreksleider Chip Conley schreef een bestseller over dit onderwerp: ‘Wisdom@work: The Making of a Modern Elder.’ Mooie titel. Voel mij aangesproken. Volgens Conley moeten we, rekening houdend met de boven beschreven feitelijke opsomming, de samenleving opnieuw inrichten. Mensen moeten volgens Conley langer de mogelijkheid hebben om te kunnen blijven werken omdat we met z’n allen nu eenmaal ouder worden. Dat als direct gevolg van de ontwikkeling van de gezondheidszorg, allerlei nieuwe technologische mogelijkheden; gezondere voeding en we daarnaast zelf enorm ons best doen om fit te blijven door te bewegen, te sporten etc. Dan heb ik het uiteraard wel over de populaties in welvarende landen, zoals ons eigen land. Er zijn uiteraard ook delen van de wereld waar ‘het ouder worden’ niet aan de orde is vanwege het gebrek aan bijvoorbeeld goede gezondheidszorg.
Maar goed, wij moeten ons er dus op voorbereiden dat een groot deel van de bevolking honderd jaar oud kan gaan worden.
Hoe bereid je je daarop voor?
De panelleden van Chip Conley waren unaniem over het belangrijkste onderwerp: ‘connectivity’. Verbinding dus. Ik noem dat in Jip en Janneke-taal dat je je wereld groot moet houden. Kortom: als je geen verbinding met anderen meer zoekt; geen initiatieven neemt op welk terrein dan ook; niet meer nieuwsgierig wilt zijn; geen bijdragen aan onze samenleving op wat voor een manier dan ook wilt leveren, niet meer wilt leren, jezelf niet intellectueel wilt uitdagen; geen nieuwe vrienden wilt maken, dan wordt het lastig om de honderd te halen, zo concludeerden panelleden Vanessa Lui, John Zapolski en Meredith Oppenheim (allemaal werkzaam in de ‘ouderenindustrie).
Nogmaals, ze waren het met z’n allen hartstikke eens over dat jonge mensen moeten eren hoe ze vrienden moeten maken. In investering in later immers. GenZ en Millenials zijn nu druk met werk, kinderen op voeden, op social media laten weten hoe goed ze het hebben etc. dag het maken van echte vriendschappen er gemakkelijk bij inschiet.
Vanessa deed daarnaast een beroep op de werkgevers. Die moeten zich als de wiederweerga ouderenbeleid gaan ontwikkelen. Want waarom zou een voornaam deel van die steeds groter wordende groep niet z’n tachtigste kunnen doorwerken? Inderdaad, ik ben het daar op basis van mijn eigen ervaringen zeer mee eens. Natuurlijk moeten we voorkomen dat ouderen de doorstroming van jongere werknemers verhinderen. Dat is niet de bedoeling. Dus moeten werkgevers en ouderen nadenken over de vraag hoe ze een belangrijke bijdrage kunnen blijven leveren na hun pensioendatum. Volgens Chip, Vanessa, Meredith en John is hier het kernwoord: wijsheid. Daar zouden we veel meet gebruik van moeten maken. We moeten de gezamenlijke wijze ervaringen van een groot deel van onze populatie veel beter gaan exploiteren. Waarom ook niet, zou ik zeggen. Werk aan de winkel dus.
3e levensfase
In Nederland publiceerde de Raad voor de Volksgezondheid en Leefomgeving in 2020, onder leiding Jet Bussemaker, een belangrijk rapport over de zogenoemde derde levensfase. ‘Het geschenk van de eeuw’, volgens Jet Bussemaker. ‘De derde levensfase is ook een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid,’ zo stelde de Raad in het rapport. En: ‘De grote groep mensen in de derde levensfase die onze samenleving rijk is, vormt een potentieel dat momenteel onvoldoende wordt benut. Het is essentieel om voorzieningen en maatregelen vorm te geven in samenspraak met verschillende groepen ouderen.’ In ons land de komende jaren stijgt het aantal mensen in de derde levensfase van 2,4 miljoen (2018) naar 3,2 miljoen in 2040. Het rapport werd uitgebracht op het moment dat het COVID-19 virus ons land overspoelde, waardoor de politiek, werkgevers en werknemers het jammer genoeg niet hebben opgepakt.
Na de inspirerende SxSW23 sessie voel ik mij meer dan gemotiveerd om dit belangrijke maatschappelijke issue op de een of andere manier toch alsnog op de maatschappelijke agenda te krijgen.
Overigens ook aangespoord door Tilda Swinton, waar ik later op deze vierde SxSW-dag bij aanschoof in Ballroom D van het Austin Convention Center. De wijze 62-jarige filmactrice uit Schotland vertelde op bedachtzame en aansprekende wijze tijdens een ‘keynote interview’ over de waarde andere mensen vertrouwen en goede vriendschappen. Ook, en vooral als je ouder wordt. Van haar een mooie slotzin voor dit stukje:
‘Good company helps you with the bad stuff.’