Racisme: discriminatie op basis van huidskleur. Ik schrijf het op en denk bij mezelf: ja, ik weet wat dat is. En dat het niet zou moeten bestaan. En ik ken de voorbeelden van mensen die er gebukt onder gaan. En toch, ik heb het niet meegemaakt en zal het waarschijnlijk nooit meemaken. Daarom is een verhaal als dat van Simran Jeet Singh zo belangrijk. Hij is Sikh en vertelt wat het met zijn leven heeft gedaan en heeft tegelijkertijd een hele positieve boodschap: zoek altijd het goede in de mens.
Zo positief als hij nu is ingesteld, was Simran niet altijd. Hij vertelt dat hij opgroeide op een uur vanaf het Austin Convention Center. Maar dat hij niet had gedacht dat hij er ooit zou spreken tijdens SXSW. Sterker nog, hij wist niet eens dat het bestond.
'Ik moet je controleren'
Hij was 11 toen iemand hem voor het eerst een terrorist noemde. Een scheidsrechter kwam bij een voetbalwedstrijd naar hem toe en zei: "Ik weet dat mensen zoals jullie bommen plaatsen en wapens verbergen. Ik moet je controleren." Hij wist niet wat te doen. Hij was 11 en stemde ermee in. Maar hij was woest op zichzelf. Hij vroeg zich af: waarom gaf ik toe aan zijn racisme en waarom kwam ik niet op voor mezelf? Een paar weken later vergaf hij zichzelf en nam zich voor de volgende keer wel iets te doen.
Die volgende keer duurde niet heel lang. Tijdens een basketbalwedstrijd maakte een vriend een racistische opmerking en trok de tulband van zijn hoofd. Hij had zichzelf voorgenomen dit keer wel wat te doen, dus begon te slaan. Teamleden moesten ingrijpen. Toen hij in de kleedkamer het bloed aan het wegpoetsen was, voelde hij toch weer teleurstelling. Niks doen was niet goed, maar vechten ook niet. En hij realiseerde zich dat dit een worsteling zou zijn voor de rest van zijn leven. Daarom ging hij op zoek naar een middenweg. Hoe kun je van mensen houden die niet van jou houden?
'Rot op met je vodden'
In de vierde klas was er een nieuw incident. Hij was met zijn gezin bij een rollerskatepark in San Antonio en zou daar met vrienden en hun familie een leuke dag hebben. Toen de manager hem, zijn broertje en zijn moeder zag, schreeuwde hij: "Rot op met die vodden op je hoofd." Zijn moeder ging naar hem toe om te praten. Omdat het lang duurde, ging Simran kijken. En hij zag dat zijn moeder huilde. Hij begon automatisch ook te huilen. Ze vroeg aan hem: waarom huil je? Omdat het oneerlijk was, antwoordde hij. "Maar daarom huil ik niet", zei zijn moeder. "Ik huil omdat ik zo gelukkig ben."
Simran dacht dat hij gek werd en zijn moeder niet snapte wat er aan de hand was. "Nee, zei ze. Ik huil omdat alle andere ouders besloten hebben om ook weg te gaan." En hij vertelt dat hij nog steeds voelt wat hij op dat moment voelde. Ik denk de zaal ook. Hij kende het woord solidariteit niet, maar voelde het. "Een moeder voelt zich waarschijnlijk zo hopeloos als zoiets gebeurt. Maar zij vond een manier die beter was dan vluchten of vechten. Ze vroeg om solidariteit. En kreeg dat." Waarbij Simran meteen meer begrip kreeg van zijn vriendjes. Ze creëerde optimisme tijdens hopeloosheid.
'Ineens was ik de vijand'
En toen kwam 9/11. Simran was 18 en was op de universiteit toen het gebeurde. Met zijn klasgenoten volgde hij het nieuws op tv. Na een uur was er een verdachte: Osama bin Laden. En meteen zonk de moed hem in de schoenen. Hij zag dat zijn klasgenoten naar hem keken. Niet omdat ze hem de schuld gaven, maar omdat ze zich realiseerden dat zijn leven moeilijker zou worden. En ze hadden gelijk. Zijn leven veranderde voorgoed. Voor het eerst moesten ze de auto op slot doen toen ze er in zaten.
"Eerst was ik die ander, nu was ik de vijand." Uit de gemeenschap werden mensen aangevallen. Wat doe je als de hele wereld je anders ziet dan jezelf? Voor hem is zijn tulband een teken van zijn normen en waarden. Voor anderen een teken van terrorisme. Na een paar dagen kwam zijn vader binnen en zei: wat hebben we toch een geluk. Simran verbaasd: hoezo? Zijn vader: "Heb je niet gemerkt dat buren langskwamen om eten te brengen, leraren en klasgenoten bellen om te vragen hoe het gaat?" Voor Simran een les voor het leven.
'We vergeten het goede'
Simran zegt: we kunnen kiezen hoe we de wereld zien. Onze eerste impuls is: focus op het negatieve. We vergeten het goede. Wat ook om ons heen is tegelijkertijd. Er is altijd licht om ons heen. De zon schijnt altijd. Maar je perspectief bepaalt of je het ziet. "Als het slecht gaat en er geen hoop lijkt, ga ik naar buiten en kijk ik naar mensen. En ik zie dat mensen goed zijn. Willekeurige voorbeelden van goede daden zijn niet willekeurig. We merken het alleen niet op. Zoek het goede, vind het licht."
Maar, geeft hij meteen toe: dat gaat niet vanzelf. Je moet er hard voor werken, je hele leven lang. Hijzelf ook. Maar als je het eenmaal in je systeem hebt, dat blijven focussen op het negatieve je niet helpt en op het goede juist wel, je het voelt in je lijf. En het makkelijker wordt. Simran krijgt een staande ovatie na afloop.