Wat doe je als je het even niet meer weet, als er geen inspiratie loskomt, juist als je een deadline hebt om iets moois op te leveren. Het advertisementbureau dat voor Vimeo werkt zat de afgelopen twee jaar vaak met een lege blik naar het scherm te turen. Een jonge collega kwam met een idee: Creative Push Ups. Zeven oefeningen om het creatieve brein te trainen.
Een opwarmoefening van het brein. Doedel expansie. Teken een doedel, een tekeningetje dat zomaar uit je brein komt. Geef deze tekening door, je krijgt zelf een doedel van iemand anders. Voeg aan deze doedel iets toe, wat maar in je opkomt en geef deze tekening weer door. Je krijgt nu een vorm voor je die je nog nooit gezien hebt. Dwing jezelf iets te zien in deze vorm
(in mijn geval een eekhoorn) en maak daar een printadvertentie voor.
Stel vijf keer de vraag: Waarom? Bijvoorbeeld de stelling: deodorant saai. Stel vijf keer de vraag waarom en kom tot een nieuwe naam. Daar is iets moois uitgekomen: de naam Cool
Hoe kijkt een kind hier tegenaan. Omschrijf in steekwoorden hoe een kind tegen je onderwerp aan kijkt. Pak een bizarre gedachte daaruit en verzin een nieuw product. Resultaat de (arm)pit stop. Die vind ik zelf wel briljant.
Maak een sterassociatie. Verzin woorden die te maken hebben met je onderwerp. Combineer twee van die woorden tot een nieuw product. In dit geval de maan. Resultaat de Moon on a String. Heerlijk als je altijd de maan bij je kunt hebben.
Hoe kijkt een Superhero hier tegenaan, of Kevin Hart (of Hans Teeuwen) of Peter Pan. Verzin vervolgens een pay off: Peter Pan: - Moon on a String: shines a light even on the darkest off days.
Maak een verhaal rond je onderwerp - Probeer het shirt dat je aan hebt te verkopen met een verhaal. In mijn geval was dat makkelijk. Hetzelfde shirt dat Einstein ook droeg.
En de laatste. Een ander tijdperk. Pak vier cijfers en zet die random achter elkaar: daar komt een jaartal uit. Hoe zou er in dat jaartal tegen je onderwerp aan gekeken worden. Geef eigenschappen voor je onderwerp aan die tijd mee.
Simpele oefeningen die je brein in een creatieve conditie houden. Deelnemers kregen mooie gifts mee, die waarschijnlijk ook resultaat waren van een creatieve sessie. De EarRaser is daar een mooi voorbeeld van.
Mijn eerste sessie op dag 2 ging over complexe hardware, een onderwerp dat een beetje in de schaduw staat van ‘software is eating the world’. Hardware matters, too, was de strekking. De sprekerds hadden het over forse ontwikkelingen in hardware inzake ruimtevaart (bekend, de raketten van oligarchen en zo), klimaat (‘carbon capture’, en waterstofproduktie), vliegtuigen, diverse vormen van kernenergie (fusion, fission), solar, supergeleiding, magneten en meer. Daar zaten imposante dingen bij, die de wereld veranderen, lijkt mij. En die in het software geweld wel eens minder zichtbaar zijn.
Eén ding dat mij opviel: sprekers beleden dat je beter niet eindeloos kan blijven sleutelen aan de performance van een stuk hardware, maar in plaats daarvan goed-genoeg hardware kunt opschalen. Gaan voor schaal, boven superieure kwaliteit, met als kanttekening dat constructen van atomen natuurlijk minder schaalbaar zijn dan die van bits. Maar toch: schaal.
Een belangrijk weetje waar ik aan herinnerd werd is dat je met een magneet van ca 20 tesla (de eenheid, niet het automerk van die dwaas) een kikker kunt doen leviteren. Schoot me te binnen dat André Geim – Nobelprijswinnaar – daar een Ig Nobelprijs voor gekregen heeft, die in magnetisme zwevende kikker. Terecht. Wat kan je nou beter doen met zo veel magnetism tot je beschikking?
Daarna bezocht ik de pitches van startups, inzake artificial intelligence, voice en robotics (één uit een thematische reeks). Dat was wel aardig maar door het format – presentaties van 3 minuten – kwam niet alles even goed uit de verf. Ik vond sommige presentatoren, oprichters en zo, matig voorbereid. Ik, ongeduldig en op zoek naar concreetheid, kon niet altijd achterhalen welke problemen men claimde te gaan oplossen. Soms wel. Er werden onder andere potentiële oplossingen aangedragen voor online onveiligheid voor kinderen, tone of voice als verborgen informatie, geintegreerde medische documentatie, detectie van deep fakes en fysieke monitoring van kwetsbare personen. Sommige van deze oplossingen waren vergezocht, of erger (zei de cynicus). Die komen soms tot leven als er te veel goedkoop geld rond klotst – die tijden zijn voorbij.
Nog even dit over startups: ik vind dat soms modieus gedoe. Menigeen wil een startup, heeft de mond vol over funding, droomt van ‘unicorn zijn’, en belijdt ‘startup zijn’ als ware het een transcendente way of life. Ik denk dat de startup mania al flink weg zakt, om diverse redenen, te veel om hier te bespreken. Op SXSW ijlt het fenomeen nog na. Ik denk dat maar heel weinig ervan succesvol op de markt komen, en die (subjectieve, chagrijnige) indruk is door deze sessie niet weggenomen.
De derde sessie die ik bijwoonde was een bevlogen reclamespot voor nucleaire energie. Ik denk dat de zaal gevuld was met mensen met confirmation bias – zoals ik. De zaal was dus vrij leeg. De sprekerd noemde kernenergie een ‘black sheep’ wat mij correct lijkt. Het is raadselachtig hoe het dit onderwerp politiek vergaan is, en hoe weinig inhoudelijke discussie er over is. Vind ik. Deze sessie scheen een zinnig, docht ietwat optimistisch licht op de materie.
Een uitgangspunt van deze presentatie was: consumptie van energie gaat niet omlaag. Mij lijkt dat correct maar er zijn mensen die dat betwisten. Dat is een andere discussie. Hoe gaat men dan de immer groeiende vraag bedienen? Over kernenergie versus andere energiebronnen ging het maar ten dele – dat is jammer, ik worstel daar mee. Het ging over Zuid-Korea als de gouden standaard, dezer dagen; en over modulaire aanpakken – beter veel kleine reactoren dan enkele grote. Bret Kugelmass (fijne naam) legde uit dat in de afgelopen decennia er veel over-engineered is, dat men dingen te complex gemaakt heeft. Te veel nieuwe dingen, samengevoegd in te grote designs en projecten. Hij beleed overtuigend: gebruik bewezen technologie in overzienbare projecten. Ook interessant: hij stelde dat een deel van de nucleaire industrie leeft van fear mongering: angst zaaien over het duivelse afval en die dan tegen kolossale vergoedingen opbergen – ook een business model.
Zijn politieke optimisme was charmant maar betwistbaar. Hij zei dat de Oekraïne kwestie het denken over energie veranderd heeft (correct) en dat menig land, zo ook Nederland, nu klaar is voor de ommezwaai naar nucleair (deels waar, deels niet). Hij had het over Borssele, Rutte en nog wat, en dat alles nu hard gaat, wat mij simplistisch leek, zacht gezegd. Kernenergie is politiek toxisch, in menig land. Hij vertelde terecht hoopvol over Finland, Roemenië, Zuid-Korea en de UK. Ik zie kernenergie vooral als een psychnologisch en politiek issue, daarna pas als een funding en een engineering probleem. Hij had het over dat laatste.
Slot: een documentaire over Donna Summer. Het publiek was weer oud, al heeft Blom mij uitgelegd dat door Spotify ook jongeren oude muziek kennen. Hij en ik hebben dit van onze kinderen bevestigd gekregen. De docu was onderhoudend en af en toe passend luid. Er kwam een fragment voorbij van Van Oekels Discohoek, waar Donna Summer wat ongemakkelijk tussen Sjef en Henk Pal schuifelt. De docu deed voorkomen dat dingen zo gingen in Europa. Dit aanschouwd hebbend met bier en zoutjes, sloten we de dag af in een Koreaans restaurant. Dag 2, klaar.
Slot, erratum: in mijn verslagje van gisteren sprak ik mij wantrouwig uit over personalised media. Blom wees mij op mijn gebrek aan nuance. Ik bedoelde: als mensen zelf media moeten personaliseren, dingen instellen en zo, dan gebeurt er niet veel. Dat zie en roep ik al 20+ jaar. Daar blijf ik bij. Maar, als systemen, met AI met name, aanbod personaliseren, dan werkt dat als een tierelier. Zie Spotify, TikTok etc. Je kunt een hele, complexe discussie hebben over welk soort media aanbod zich daar goed of minder goed voor leent, en wat de impact ervan is. Daar hebben we het bij de koffie over gehad. Maar mijn opmerking was te kort door de bocht. Waarvan akte.
Ik zoek mijn niches wel op. Robots in de bouw, klinkt toch prettig futuristisch, eens kijken wat ze te zeggen hebben.
In het panel een product manager van Boston Dynamics die verantwoordelijk is voor het inzetten van hun robot Spot in de bouw. Spot ken je wel, dat is die 4-potige gele robot die zelfstandig routes kan bepalen en rondwandelen in nieuw terrein. De andere panelist was iemand van Icon, een bedrijf dat huizen 3D print.
Product market fit
Voor Spot in de bouw duurde het even om het juiste probleem bij de oplossing te vinden. Hij wordt nu gebruikt als 'sensing platform'. Met fotografie en laser opmetingen maakt hij nauwkeurige registraties van gemaakte ruimtes.
Icon heeft er voor gekozen volledig verticaal geïntegreerd te zijn. Dit betekent dus: Ontwerpsoftware maken, huizen ontwerpen, "printer" ontwikkelen, de juiste betonmix bepalen, alles van A tot Z. Dit geeft ze de mogelijkheid om te werken met een "digital twin" van het gebouw wat ze printen, en tijdens de bouw hiermee aanpassingen te doen. Alles in de bouw is namelijk een probleem, ("In construction, there is nothing that is not a problem") dus dit moet real time kunnen worden bijgestuurd. Heel anders dan bij je 3D printer thuis, die aan de slag gaat met een job, en bij de geringste verstoring kan je het werk weggooien en moet je overnieuw beginnen.
Pakken robots banen af?
Heel simpel: Nee. Icon heeft altijd veel mensen ter plaatse lopen van de bouw, niemand zicht achter de laptop thuis. En voor de metingen van Spot geldt: Het vervangt vooral een heel vervelende klus. Het neerzetten van een statief voor de metingen, en je dan 8 minuten moeten verstoppen tijdens de scan, in een heel koud of heel warm gebouw, is geen leuk werk, dus fijn dat een robot dit kan.
Waar zit de winst van robots & AI?
De scan robot lost met AI veel problemen op. Uit een scan komt een 'puntenwolk'. Als je als mens naar die wolk zou kijken zou je herkennen: Dit is een deur, dit is een leiding. Met AI wordt die classificatie nu automatisch gedaan, en kan er meteen worden ingegrepen als er iets niet goed is gegaan. Deur niet op de goede plaats, buis in plaats van kolom? Meteen oplossen, en niet als het achteraf veel duurder wordt.
Voor 3D printen maakt het vooral mogelijk om heel anders naar ontwerp te kijken. Met 'generatief design' kunnen er door de computer vormen worden ontworpen die totaal anders zijn dan nu gangbaar is. Het vereist dan soms wel een andere mindset: Mensen die een 3D printed huis bestellen vragen soms om juist wel weer die rechte muren, en glad afgewerkte binnenkant. Zo maak je geen gebruik van de extra mogelijkheden die je nu hebt gekregen.
En de toekomst: Waar gaat dit heen?
Boston Dynamics ziet de feedback loop als belangrijkst. Real time architecture: Deze paal staat verkeerd, maar kan ik nu het ontwerp aanpassen zodat we hiermee toch verder kunnen? Net als bij de sessie over autosport wordt 'Real time AI' gezien als gemis. En ook voor werknemers in de bouw is robotisering een zege: Een normale lange carriere wordt mogelijk zonder gezondheidsproblemen en met minder gevaren op de bouwplaats.
Icon ziet vooral het proces veranderen. Ga je een muur bouwen en afwerken, of ga je dit prefab maken en vervoeren, of ga je dit ter plaatse maken? Belangrijk is ook de interactie van mens en robot. Doordat je met robots gaat samenwerken wordt je werk anders, je gaat meer sturen in plaats van uitvoeren. Anecdote over het Department of Defense: Die wilden een schip met 50 relatief laagopgeleid personeelsleden vervangen door een zelfvarend schip. Alleen waren er nu 15 hoogopgeleide mensen nodig om dat aan te sturen. Dat viel dus wat tegen.
Ook futuristisch: Icon gaat meewerken met een missie naar de maan, om daar met een schepje maanstof ter plaatste een kleine structuur te bouwen en te testen.
Toch weer een aardige sessie waaruit je een paar dingen kan oppikken. Robots en AI pakken ook hier geen werk af, maar geven juist nieuwe mogelijkheden.
Soms moet je naar een sessie gaan die je gewoon leuk lijkt. Je haalt er altijd wel wat uit. Zo ook met "The data science of moneybaling motorsports". In het panel 2 data mensen, 1 teamleider van Indycar, en Bruno Senna, neefje van Ayrton, die een uitgebreide carriere in de autsport heeft gehad. Het panel is unaniem Alonso fan, bleek.
Data in racing
Wat betekent "Moneyballing in motorsports"? Er zijn 2 grote manieren om data te gebruiken a la moneyball (een data-gedreven benadering van sport, beroemd gemaakt door boek van Michael Lewis en later een film).
1. Hoe vergelijk je rijders objectief? Hoe vind je talent? Hoe kan je de kracht en zwaktes van individuele rijders vinden?
2. Hoe optimaliseer je de race strategie? Wat moet je doen als er grote kans op een gele vlag is, hoe optimaliseer je pitstops, wat doen tegenstanders, dat soort zaken.
Opvallend is dat het panel zegt dat autosporten achter lopen ten opzichte van wat zij de "ball and stick" sporten noemen. Waarom is dat?
- Er zijn heel veel variabelen in racen. Een sport als honkbal is relatief eenvoudig, met een voorspelbare en vrij elementaire basis: Een pitch en een slag. In autosport heb je te maken met de rijder, de auto, de baan, andere rijders, omstandigheden, en is het nooit hetzelfde
- Data is niet zo beschikbaar voor autosport. Dat vond ik een opvallende uitspraak, want een team genereert toch terabytes in een weekend? Het verschil zit niet in het volume maar in de dekking van de data. Honkbal heeft honderden wedstrijden per jaar, autosport enige tientallen. Leuke take away: Veel data is niet altijd nuttige data.
- Data verjaart. Omdat de regels vaak veranderen (andere banden, auto's, aero, andere regels) heb je niet zo veel aan data van een paar jaar geleden.
Kansen voor data en AI
AI wordt gezien als kans. Momenteel is het vooral een big data verhaal, en zit het werk nog in het bruikbaar en 'actionable' maken van die data om beslissingen mee te nemen. Er worden voorafgaand aan races miljoenen simulaties gemaakt om het verloop te voorspellen en scenario's te bepalen. Maar dit is pre-race; tijdens de race zijn er nog geen mogelijkheden om snel een voorspelling te doen: Wat moeten we nu doen, nu er geel is in sector 3 en er 20% kans op regen. Real time AI zou hier een doorbraak kunnen zijn. Hoewel het menselijke aspect hier natuurlijk ook de kleur geeft aan de sport.
En, half grappend, AI zou ook bruikbaar zijn om het regelboek te analyseren en te vinden waar de loopholes zitten.
Toekomst van AI in racing
Als AI meer wordt gebruikt in de toekomst ziet Senna dat het racen closer gaat worden. De pre-race strategie kan dan in de race worden aangepast. En de data scientist in het panel ziet ook kansen voor reinforcement learning: Laat de computer eindeloos met de simulator rijden, zodat je exact de limiet van de auto leert kennen. Soortgelijk aan het zeilverhaal van team New Zealand bij SXSW 2021. Er is in ieder geval genoeg te doen, en veel teams zitten te springen om data talent. Wellicht niet in F1, maar er zijn talloze klassen waar je aan de slag kan als data scientist. Op de vraag vanuit het publiek "How can I get started as data scientist" was in ieder geval het antwoord "Do you have a card?"
Tussen de hyper-optimistische tech startup hubbub van SXSW klinken ook een paar stemmen die aansporen tot reflectie. Reflectie op de meer bedenkelijke impact die technologie heeft op de manier waarop we onszelf tot elkaar verhouden, op onze sociale (infra)structuur, en de maatschappij als geheel. Een van die stemmen is van Douglas Rushkoff. Al jaren de luis in de pels van de techwereld en een begenadigd spreker stelde hij niet teleur. Geen slides, maar een gepassioneerd (en bij tijden hilarisch) verhaal van 45 minuten dat tegen de achtergrond van de zich ontrollende deconfiture van de cryptobanken, alleen maar in relevantie groeide.
Voor zijn laatste boek 'Survival of the Richest: Escape Fantasies of the Tech Billionaires', voerde Rushkoff gesprekken met een aantal Silicon Valley tech miljardairs over 'The Event', de volgens hen op handen zijnde apocalyps, en hoe zij die het beste konden overleven. De gesprekken legden een mentaliteit bloot die Rushkoff 'The Mindset' noemt en die neerkomt op een rotsvast geloof in het eigen bijna goddelijke vermogen om economische, morele en zelfs natuurwetten naar eigen wil en voordeel te buigen, met (veel) geld en technologie als instrumenten.
In zijn boek en presentatie, vraagt Rushkoff zich af hoe het zover heeft kunnen komen. Want, zo mijmert hij, was het hele idee van het web niet ooit om de status quo te ontregelen en alles open te gooien? Ongebreidelde verbeelding, counter culture, onvoorspelbare verandering. Maar ergens onderweg is dat gedachtengoed verloren gegaan. In zijn eerdere werk, staat hij hier ook bij stil. Hij komt eerst tot de conclusie dat kapitalisme de schuldige is. Later verschuift hij zijn aandacht naar tech zelf. De ontmenselijking door technologie. Maar in zijn laatste boek concludeert hij dat het niet het een of het ander is, maar juist de combinatie, of samensmelting van kapitaal en tech is de boosdoener.
Technologie stelt mensen in staat om nieuwe dingen te creëren. Maar als je kapitaal op technologie zet, dan wil je geen onvoorspelbaarheid. Dus werd technologie ingezet om mensen voorspelbaarder te maken, te standaardiseren. Rushkoff legt het begin van deze ontwikkeling in het industriële tijdperk, waar de invoer van de lopende band de kennis en vaardigheden van ambachtsmensen en arbeiders, verschoof naar de technologie. Door ambacht op te breken in oneindig kleine, losse handelingen, had alleen de eigenaar (kapitaal) van de technologie nog kennis van het gehele proces. Werk werd steeds abstracter, en die abstractie is precies waar technologie en kapitaal goed bij gedijen.
En uiteindelijk willen technologie en kapitaal liever helemaal geen mensen meer in het proces, zegt Rushkoff. Hij ziet AI als het ideale instrument om die vermaledijde, onvoorspelbare mensen helemaal uit het productieproces te knippen.
Met al deze doem en ellende dringt natuurlijk de vraag zich op wat we kunnen doen om de op handen zijnde dystopie te keren. Immers, we kunnen ons niet allemaal opsluiten in onze miljardairs bunkers met verwarmde zwembaden, champagne en kaviaar. En we moeten de oplossing ook niet zoeken in nog meer technologie.
Rushkoff ziet 4 opeenvolgende interventies:
1. Ontneem macht haar natuurlijke overwicht - sociale structuren zijn door mensen gecreëerd en niet het gevolg van een natuurlijke wetmatigheid. Met de titel van zijn boek "Survival of the richest" refereert Rushkoff aan de breed gedragen, maar (bewust) verkeerd geïnterpreteerde theorie van Darwin. De survival of the fittest sloeg immers niet op het individu, maar op de gemeenschap. Dus de niets ontziende, individuele competitie om macht, is geen natuurlijke wetmatigheid. Juist samenwerking en onderlinge afhankelijkheid vormen de sleutel.
2. Stimuleer agency - Zodra mensen stap 1 accepteren, is het tijd om hun autonomie terug te claimen door weer te leren om dingen te programmeren/te maken/te doen, volgens hun eigen specificaties.
3. Resocialiseren van mensen - Kapitalisme is een lapmiddel als de sociale structuur niet meer werkt. Als sociale wederkerigheid onder gemeenschappen sterk is - ik doe iets voor jou, en daarvoor doe ik iets terug - dan is het niet nodig om daar een betaalde, bemiddelende laag - kapitalisme - bovenop te zetten. Daarom is het besef dat het niet om individuele machtsstrijd, maar samenwerking gaat, essentieel.
4. Cultiveer verwondering - tenslotte moeten we van de dopamine rush die de snelle technologie kick ons geeft, naar de oxycotine rush van sociale verbondenheid.
Rushkoff blijft stevig aan de kant van Team Human.