Get ready for a 100 year life

Door Gerard Dielessen

Omdat ikzelf de leeftijdsgrens van zeventig begin te benaderen was ik zeer geïnteresseerd in de uitkomsten van de sessie ‘Get ready for a 100 year life’. Ik moet mij toch een gaan beetje voorbereiden op de toekomst die nog voor mij ligt. Dus van enig eigenbelang was wel sprake. Mocht ik die magische leeftijd bereiken, dan heb ik immers nog 32 jaar in het vooruitzicht. Uiteindelijk zal het zo’n vaart wel niet lopen. Maar je kan er toch maar beter wel op voorbereid zijn. En daarnaast, en dat is echt serieus, interesseert dit onderwerp mij mateloos. Dat zal verderop blijken.

Eerst eens even wat feiten op rij afkomstig van Amerikaanse onderzoek voor het juiste perspectief. 

  • De helft van de baby’s die op dit moment vijf jaar oud zijn worden honderd jaar oud.

  • Vijfenvijftigplussers zijn de snelst groeiende groep in de samenleving en vormen nu al 25% van de werkende bevolking.

  • Vrouwen leven gemiddeld vijf tot zes jaar langer dan mannen, maar blijven qua financiële kennis achter bij mannen.

  • De economische bijdrage van 50-plussers zal tegen 2050 verdrievoudigen.

  • Nu zijn er in de VS ongeveer 35 miljoen mensen van 65 of ouder, in 2060 zijn dat er bijna 95 miljoen.

  • En, zo blijkt uit het onderzoek, mensen worden vanaf hun vijftigste steeds gelukkiger.

In Nederland zullen de uitkomsten niet heel veel anders zijn. Ook hier groeit het aantal mensen van boven de vijftig door tot halverwege deze eeuw en zal daardoor steeds een voornamer deel uitmaken van onze populatie. 

Terug naar de sessie met als belangrijkste thema dat we ons echt klaar moeten gaan maken om honderd jaar oud te worden. Gespreksleider Chip Conley schreef een bestseller over dit onderwerp: ‘Wisdom@work: The Making of a Modern Elder.’ Mooie titel. Voel mij aangesproken. Volgens Conley moeten we, rekening houdend met de boven beschreven feitelijke opsomming, de samenleving opnieuw inrichten. Mensen moeten volgens Conley langer de mogelijkheid hebben om te kunnen blijven werken omdat we met z’n allen nu eenmaal ouder worden. Dat als direct gevolg van de ontwikkeling van de gezondheidszorg, allerlei nieuwe technologische mogelijkheden; gezondere voeding en we daarnaast zelf enorm ons best doen om fit te blijven door te bewegen, te sporten etc. Dan heb ik het uiteraard wel over de populaties in welvarende landen, zoals ons eigen land. Er zijn uiteraard ook delen van de wereld waar ‘het ouder worden’ niet aan de orde is vanwege het gebrek aan bijvoorbeeld goede gezondheidszorg.

Maar goed, wij moeten ons er dus op voorbereiden dat een groot deel van de bevolking honderd jaar oud kan gaan worden. 

Hoe bereid je je daarop voor?

De panelleden van Chip Conley waren unaniem over het belangrijkste onderwerp: ‘connectivity’. Verbinding dus. Ik noem dat in Jip en Janneke-taal dat je je wereld groot moet houden. Kortom: als je geen verbinding met anderen meer zoekt; geen initiatieven neemt op welk terrein dan ook; niet meer nieuwsgierig wilt zijn; geen bijdragen aan onze samenleving op wat voor een manier dan ook wilt leveren, niet meer wilt leren, jezelf niet intellectueel wilt uitdagen; geen nieuwe vrienden wilt maken, dan wordt het lastig om de honderd te halen, zo concludeerden panelleden Vanessa Lui, John Zapolski en Meredith Oppenheim (allemaal werkzaam in de ‘ouderenindustrie). 

Nogmaals, ze waren het met z’n allen hartstikke eens over dat jonge mensen moeten eren hoe ze vrienden moeten maken. In investering in later immers. GenZ en Millenials zijn nu druk met werk, kinderen op voeden, op social media laten weten hoe goed ze het hebben etc. dag het maken van echte vriendschappen er gemakkelijk bij inschiet.

Vanessa deed daarnaast een beroep op de werkgevers. Die moeten zich als de wiederweerga ouderenbeleid gaan ontwikkelen. Want waarom zou een voornaam deel van die steeds groter wordende groep niet z’n tachtigste kunnen doorwerken? Inderdaad, ik ben het daar op basis van mijn eigen ervaringen zeer mee eens. Natuurlijk moeten we voorkomen dat ouderen de doorstroming van jongere werknemers verhinderen. Dat is niet de bedoeling. Dus moeten werkgevers en ouderen nadenken over de vraag hoe ze een belangrijke bijdrage kunnen blijven leveren na hun pensioendatum. Volgens Chip, Vanessa, Meredith en John is hier het kernwoord: wijsheid. Daar zouden we veel meet gebruik van moeten maken. We moeten de gezamenlijke wijze ervaringen van een groot deel van onze populatie veel beter gaan exploiteren. Waarom ook niet, zou ik zeggen. Werk aan de winkel dus.

3e levensfase

In Nederland publiceerde de Raad voor de Volksgezondheid en Leefomgeving in 2020, onder leiding Jet Bussemaker, een belangrijk rapport over de zogenoemde derde levensfase. ‘Het geschenk van de eeuw’, volgens Jet Bussemaker. ‘De derde levensfase is ook een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid,’ zo stelde de Raad in het rapport. En: ‘De grote groep mensen in de derde levensfase die onze samenleving rijk is, vormt een potentieel dat momenteel onvoldoende wordt benut. Het is essentieel om voorzieningen en maatregelen vorm te geven in samenspraak met verschillende groepen ouderen.’ In ons land de komende jaren stijgt het aantal mensen in de derde levensfase van 2,4 miljoen (2018) naar 3,2 miljoen in 2040. Het rapport werd uitgebracht op het moment dat het COVID-19 virus ons land overspoelde, waardoor de politiek, werkgevers en werknemers het jammer genoeg niet hebben opgepakt. 

Na de inspirerende SxSW23 sessie voel ik mij meer dan gemotiveerd om dit belangrijke maatschappelijke issue op de een of andere manier toch alsnog op de maatschappelijke agenda te krijgen.

Overigens ook aangespoord door Tilda Swinton, waar ik later op deze vierde SxSW-dag bij aanschoof in Ballroom D van het Austin Convention Center. De wijze 62-jarige filmactrice uit Schotland vertelde op bedachtzame en aansprekende wijze tijdens een ‘keynote interview’ over de waarde andere mensen vertrouwen en goede vriendschappen. Ook, en vooral als je ouder wordt. Van haar een mooie slotzin voor dit stukje:

‘Good company helps you with the bad stuff.’




AI is overal, dus ook in de muziek: "This is going to be messy"

Door Erwin Blom

AI is op zich niks nieuws, is er al jaren, wel is het nieuw dat de techniek door met name ChatGPT bij de massa is gekomen en door iedereen te gebruiken is. Maar AI is heel veel meer dan een tekst of een plaatje maken, AI kan een rol spelen bij vele facetten van een industrie. Laten we de wereld van de muziek er eens bij pakken. En dan specifiek de creatie. Dit is geen complete lijst, het in een indicatieve lijst.

- Maak drumpartijen met Audialab 

- Zet geneurie om in een viool- of pianopartij met Tonetransfer

- Gebruik Lalal.ai om partijen los te zetten van bestaand materiaal

- Schrijf teksten met ChatGPT

- Ontwerp artwork (van hoes tot poster tot social posts) met Midjourney

- Maak video’s met Runway

- Master je mix met Landr

Dit zijn allemaal tools die artiesten kunnen helpen bij het maken van muziek. En het is maar een kleine selectie. Ze verlagen de barrière voor het maken van muziek. Maar AI wordt ook gebruikt bij het maken van playlists en het categoriseren van nieuwe muziek. Etcetera, etcetera. AI is overal.

Hazel Savage van Soundcloud stelde zich in het panel ‘Is Elvis Back From the Dead? Ethical AI in Music’ op het standpunt dat AI er is voor de taken die de mens vervelend vindt of minder goed kan. Niemand heeft zin of kan 100.000 nieuwe nummers te beluisteren, het aantal dat per dag aan Spotify wordt toegevoegd. Een AI-tool kan dat wel. ‘Let AI do the boring stuff.’

Maar er zijn natuurlijk ook al AI-diensten die zelf op basis van een prompt muziek maken. Jij beschrijft wat je wilt, de AI dienst gaat aan de slag. Dat is van een heel andere categorie. Mensen kunnen dat zelf en willen dat zelf. Deze trend is niet te stoppen. Is het goed of slecht? Het is een feit. Ik ben heel benieuwd of er AI-muziek komt die me even veel gaat raken als muziek door de mensch gemaakt.

Maar bij het bespreken hiervan kwam meteen de belangrijke vraag op tafel: hoe staat het met de rechten? Wat mag er en wat mag er niet? En als het mag: hoe dan? 

Mark Baker van Warner was er helder over in het panel en bracht de kwestie terug tot de kern: ‘Als een AI dienst zijn algoritme traint met onze muziek, dan moeten wij daar toestemming voor geven en moet de dienst voor een licentie betalen als we daarmee akkoord gaan. De diensten zullen dus openbaar moeten maken hoe ze hun algoritmes trainen.’ 

We staan ook hier nog heel erg aan het begin van een ontwikkeling. Maar de kans is groot dat met name dit onderdeel snel tot rechtszaken gaat leiden. “This is going to be messy.”

Iets empatisch, een bus vol criminelen en een man met slechte schoenen

Door Michiel Buitelaar

Dag 3. Kort. Ik ben moe en zit al om 4 uur aan gin & tonic, in zon in tuin. Ik heb weinig gedaan. Ik ben deze dag begonnen met Van Oekels Discohoek, wat Blom mij stuurde, en ik aanraad. Interessant, maar gaat u verder?

 

Eerste sessie was “Operationalising empathy: how AI will shift human consciousness and accelerate emotional intelligence”. Ik vond het vaag, begreep het nauwelijks dus ben meteen weggegaan. Dat is ook SXSW: een zekere vluchtigheid, althans die heb ik mij aangemeten. Het komt best veel voor dat na 5-10 minuten mensen massaal opstappen, wat eerlijk en besluitvaardig is, doch pijnlijk voor de sprekerds.

Ik had haast want wou naar de eerste “Documentary Shorts” sessie. Daar zijn er diverse van, alsmede “Narrative Shorts”. Dat zijn: blokken van ca anderhalf uur waarin 6-7 documentaires of verhalen vertoond worden. Meestal OK, soms erg goed, zelden slecht (ja, animaties, die vind ik vaak slecht – ligt vast aan mij). Deze sessie was prima. Ik ga het niet allemaal beschrijven maar licht er enkele uit. De beste vond ik die over de busreis van ca 20 Spaanse gevangenis-ingezeten (mag ik ‘veroordeelde criminelen’ zeggen of is dat onnodig stigmatiserend?) voor een regulier weekeindje naar buiten. Er werd niets uitgelegd. De gevangenen babbelden erop los, alles doorspekt van hoop, ressentiment, berusting, liefde, gefnuikte liefde en andere relationele frictie. Zonder enige interventie, alléén in de bus, de gesprekken, in close-up. De reis heen, naar een stad, en de reis terug. Mannen bij elkaar, vrouwen bij elkaar (zelf gekozen, zichtbaar). Fascinerend. Verder was er een docu over Hmong mensen in Laos die – vinden ze zelf – praten met dieren, doden, bomen en meer, door middel van zelfgemaakte fluiten. Prachtig. Er was een animatie – in mijn irritatiezone dus – over de rigged elections in de USA, in 1876. En, een portret van de opleiding en selectie van ballenjongens en -meisjes voor de US Open tennis kampioenschappen. Erg fijn. Er komen dezer dagen nog diverse van dergelijke staccato blokken. Ik weet bij God niet waar die docu’s hierna terecht komen, ik heb daar geen zonnig beeld van: distributie van documentaires lijkt mij niet zo goed geregeld, afgezien van enkele festivals, wat net iets meer dan nul bereik oplevert?

Tot slot was er een sessie met Kevin Kelly. Ik ben een uur tevoren in de rij gaan staan, wat nodig bleek. Dat is raar want het publiek bij SXSW is aan de jonge kant, die kunnen hem nauwelijks kennen (of ‘kennen hem nauwelijks kunnen’, zoals men in Rotterdam zou kunnen horen). Ik heb om me heen gevraagd en dat bleek te kloppen: velen kenden hem of zijn boeken niet. Ik heb zijn “Out of Control” (1995) toentertijd gelezen en vond dat zeer goed. Hij was ook betrokken bij het blad Wired wat ooit heel goed en spraakmakend was (meer door anderen dan door Kelly mijns inziens, Negroponte bijvoorbeeld). Ik heb een nostalgische bewondering voor die man. En heb hem ooit ontmoet toen hij en ik op hetzelfde congres spraken (dit is echt waar maar ook een soort wethouder Hekking-achtige melding mijnerzijds). Het viel me op dat hij vandaag dezelfde slobberkakibroek en schoenen aan had als 15 jaar terug. Geen fraaie schoenen. Intussen, boekentip: “Een man met goede schoenen”, van Rob van Essen – zeer goed, maar dat boek gaat dus niet over Kevin Kelly.

Kelly’s “The universal intern and partner: how generative AI is changing how we work” was interessant en goed. Lullige slides maar een goede, natuurlijk spreker met interessante, onafhankelijke soms dwarrelige gedachten. Zijn slotstuk begreep ik geloof ik niet goed maar dat geeft niks, hij had al een hoop interessants uitgestort, met een origineel karakter. Deze man praat niet met de massa mee, hij probeert na te denken. Hulde. Ik probeer wat uit zijn betoog te plukken. Dat betoog was fundamenteel optimistisch, wat ook wel eens leuk is.

Ik probeer Kelly Hierna te parafraseren.

We weten niet goed wat AI is en doet. We hebben het vooral over wat het nog niet doet, of misschien niet kan. We speculeren veel en ontdekken dagelijks dingen. De makers zijn ook vaak verbaasd. We hebben het niet gereguleerd maar dat kan ook nauwelijks, en moeten we nu ook niet willen. Laat het gebeuren, ga er mee aan de slag, leer er van. We hebben namen voor de machines – zoals DL, LLM – meer dan voor de produkten ervan.

Dan is er de duizelingwekkend snelle adoptie van AI, specifiek ChatGPT. Ik (Buitelaar, niet Kelly) plaats daar vraagtekens bij: er zijn al vormen van AI, sinds decennia; en er zijn al 10 jaar of zo chatbots (disclosure: ik heb bij een vroege chatbot onderneming gewerkt, CX Company). Bovendien is 100 miljoen gebruikers niet de juiste metric, dat weten we sinds World Online CDs uitdeelde en die als gebruikers telde. Gelul. Het gaat om actieve gebruikers, terugkerend gebruik ná de eerste of tweede keer proberen en rommelen. In telecom – mogelijk de meest analytische industrie die er is, zei hij met zekere eigenwaan – gaat het om dingen als weekly en monthly active users. Ik denk dat mensen ChatGPT niet correct meten. We gaan het ooit zien. Ik ben er nog niet van overtuigd dat ChatGPT massaal gebruikt wordt in echte bedrijfsprocessen. Scholieren die scripties vervalsen interessant, begrijpelijk, maar bijzaak. Meer economische analyse, minder hype, is wenselijk.

Kelly stelt voor de term ‘intelligent’ te mijden maar in plaats daarvan ‘smart’ of ‘smart-dumb’ te gebruiken. Dat lijkt mij verstandig maar ik ga verder: men moet enorm oppassen met machinale en menselijke intelligentie te vergelijken. Hier is geen lineaire schaal van toepassing maar vele dimensies van gepercipieerde slimheid of domheid (dat zei Kelly ook). Sterker nog, wat voor mensen simpel is, is voor machines vaak moeilijk, en andersom: dat zegt de paradox van Moravec, https://en.wikipedia.org/wiki/Moravec%27s_paradox. Houd die in gedachten? Dat eindeloos vergelijken van mens en machine – ik heb er niks mee. De gebruikelijke analogieën en metaforen helpen niet. Ik haal de niet zo bekende, hele grote Nederlandse wiskundige Edsger Dijkstra aan: kunnen duikboten zwemmen? Nou, zeg het maar. Ik vond Kelly’s punt dus goed.

(Ik gebruik dit podium om nog meer onvrede te luchten over mens vs machine denken. Die vraag ‘zou een autonome auto beslissen een oud mannetje dood te rijden, of een jonge moeder met baby in kinderwagen, als die keus gemaakt moet worden?’. Een serieuze onzin vraag over een situatie die nooit voor komt, die zich praktisch gezien niet voor enige vorm afgewogen beslissen leent, en die, bovenal, ook door een mens niet transparent, zinnig beoordeeld zou worden. Maar dat soort kwesties worden in het publieke discours wel opgevoerd. Ik zie ook mensen ChatGPT uitlachen om rare blunders die ik mensen dagelijks zie maken. De lat wordt heel hoog gelegd. Dat heeft soms een functie maar als men wil vergelijken moet men ook nadenken over de zuiverheid daarvan. Zie ook mijn en Kelly’s opmerkingen over zogenaamd lineaire meetbaarheid van intelligentie.)

Kelly, wederom, aan het woord. Laten we AI maar gaan ontdekken, gezamenlijk. Dat worden fascinerende tijden. Productiviteit en efficiëntie kunnen door robots en AI geleverd worden, dan kunnen mensen zich toeleggen op creatieve en minder saaie activiteiten. De mens als ‘prompter’, die een AI gebruikt om sneller slimmere leukere dingen te doen. Er zijn nog geen banen verloren gegaan door AI. Met dat laatste ben ik het voorzichtig oneens – ik denk dat banen al ‘kleiner’ geworden zijn, en vrij veel banen serieus kleiner of anders kunnen worden – maar maar dat is een grotere discussie waar nu geen ruimte voor is. Laten we er mee aan de slag gaan, zegt hij. Dat is mij sympathiek (mijn bias spreekt). Ik neem ook waar, dat er vele en soms slimme mensen zijn die dingen willen temmen, of tegenhouden, maar niet vertellen hoe dan, of – vind ik – niet beseffen dat dat vaak niet kan. Het vertrouwen in het temmen van technologie lijkt mij overwegend ongezond groot; het veronderstelt impliciet dat we echt goed begrijpen hoe die technologie werkt en hoe die gebruikt kan worden. Dat is niet zo. Nog een andere, complexe discussie.

Kelly’s conclusie is dat vormen van AI bruikbaar zijn als universal personal intern (UPI), een hulpje in de huishouding dat produktiviteit verhoogt en ruimte maakt voor creativiteit. Wel een hulpje in de huishouding waar je mee om moet kunnen gaan. Hij ging niet in op deze kwestie: wie kan dat beter, of slechter. Ik heb een donkerbruin vermoeden dat sommigen dat veel beter kunnen dan anderen, en dat dat consequenties kan hebben. Ik zie de roep om gelijkheid al hangen. Maar dat terzijde. Het slimme hulpje, dat is wel een aardig concept.

Kelly had het over bots, gevuld met informatie, die het gemiddelde van menselijke bias opleveren. Dat haakt in op bezorgde discussies over ethnische of gender biases. Ik vind dat complex: als AI een dergelijke bias oppikt van de informatie die het opslurpt, en zo een extensie wordt van menselijke vooroordelen, waarom zie ik dan geen extreme woke chatbots, radicaal religieuze chatbots, of extinction rebellion chatbots? Waarom gaat de dreiging schijnbaar altijd richting radicaal rechts? Ik weet dit niet. Ik weet heel veel niet. Ik weet zelfs niet wat ik niet weet, a la de filosoof Donald Rumsfeld. Enfin, die vermoede bias: verdient meer onderzoek.

Nog een lastige: copyrights. Er rust in principe geen copyright op voortbrengselen van AI, zo begrijp ik. Ook niet als die al dan niet overduidelijk gebaseerd zijn op dingen die eerder gemaakt zijn door iemand, die copyright heeft op het origineel. Dat is verwarrend en misschien zelfs een beetje bedreigend, voor de oorspronkelijke maker of voor degene die AI gebruikt om er verder aan te klussen? Zeg het maar. Kelly suggereert: er zou een juridische vorm van ‘referencing’ moeten zijn die dit opvangt. Conceptueel interessant, doch ver weg, lijkt mij. Daar denkt vast wel iemand over na.

Ik sluit af met deze observatie: er zijn talloze spannende, boeiende onzekerheden. Dit alles pruttelt al decennia maar lijkt te versnellen. De impact is groot en wordt nog groter. Het is nauwelijks voorspelbaar en vrijwel zeker niet beheersbaar. De suggestie van zekerheden en bijbehorende, werkbare wetten en regels lijkt mij hovaardij. Wen er maar aan? Doe niet alsof we dit allemaal begrijpen en kunnen controleren?

Toen ik Kevin Kelly klaar was zag ik dat Feyenoord wéér krap gewonnen had. Daarom: klaar, de tuin in, met een drankje. Dag 3 zit erop.


The Undertaker verlangt naar vroeger

Door Gerard Dielessen

Bijna twaalf jaar was ik de zogenoemde baas van de sport in Nederland. Want zo wordt nu eenmaal tegen de algemeen directeur van NOC*NSF aangekeken. Dat betekende ook dat ik eigenlijk alle sporten leuk moest vinden. Van voetbal tot schaatsen. Van korfbal tot wielrennen. En van kaatsen tot dammen. Want uiteindelijk was ik tussen 2010 en eind 2022 verantwoordelijk voor bijna tachtig sportbonden.  Nu ik alweer een tijdje ben gestopt met dit werkje kan ik wel bekennen dat ik eigenlijk niet zoveel had met de zogenoemde ‘vechtsporten.’ Judo, boksen, worstelen en zo. 

Alhoewel ik tijdens de vele Olympische Spelen toch vaak Nederlandse atleten om de medailles heb zien vechten. Vooral als het om judo en boksen ging. Voor hun prestaties had ik dan wel weer veel bewondering. Maar er echt van houden, nee. Dat lukte me gewoon niet. Kwestie van gevoel en persoonlijke voorkeur kennelijk. 

En met worstelen had ik al helemaal niets. Nederland stelt op het wereldtoneel ook niet veel voor trouwens als het om deze sport gaat. 

Hoe bijzonder was het dus dat ik mij een dezer niet kon inhouden om naar een sessie over de ontwikkeling van het worstelen te gaan tijdens SXSW23. Ik kon blijkbaar mijn nieuwsgierigheid niet bedwingen. In de voorbije jaren was ik uit verbazing wel eens ‘blijven hangen ‘ tijdens het televisie zappen bij de verrichtingen van ‘The Undertaker’, van Rhea Ripley en Kofi Kingston. Vraag mij niet op welke zender. Maar als The Undertaker weer eens inbeukte op een zogenoemde weerloze tegenstander, hem tegen de mat smeet en een paar rake klappen uitdeelde, dan prikkelde dat toch mijn nieuwsgierigheid. Ook als vrouwen de ring betraden. Hoe is het mogelijk dat dit als sport wordt gekwalificeerd? Nu waren deze ‘karakters’ zomaar in levenden lijve aanwezig op het SxSW podium. Dus toch maar eens naar binnen gewandeld om hun beweegredenen te horen.

Al snel werd mij duidelijk dat deze sport vooral als entertainment moet worden gezien. ‘Taker’ vertelde dat hij zichzelf voor als een dinosaurus ziet die met dit kunstje is begonnen begin jaren negentig. In het lineaire tijdperk dus. Al snel had de overkoepelende WWE (https://www.wwe.com/ ) in de gaten dat de oneindige technologische mogelijkheden dit worstelcircus zou kunnen doen opstomen in de vaart der volkeren. Zo geschiedde. 

De worstelaars zijn inmiddels entertainers, acteurs en daarnaast ook nog atleet, zo vertelde Rhea Riply. Met allemaal een eigen karakter. Zij worstelt vermomd als een Gothic type. Kort geknipt zwart haar, en ook verder uitgerust in een zwarte outfit. The Undertaker moest daar aanvankelijk allemaal wel aan wennen, zei hij. Het leven als entertainer, acteur en atleet is er niet gemakkelijker op geworden, zo vindt hij. Een enorme fanbase, social media, games, 250 tot 270 wedstrijden per jaar (soms wel bijna 50 wedstrijden achterelkaar op verschillende plaatsen in de Verenigde Staten), een website, app, streaming en noem verder maar op. Daarnaast zijn we de meest herkenbare mensen van het land, zo vertelde The Undertaker. Rustig over een vliegveld lopen is er niet meer bij. Hij leek te verlangen naar de tijd dat de worstelwedstrijden gewoon op lineaire wijze op de televisie werden uitgezonden. 

Dat kan hij wel vergeten, want de WWE exploiteert al jaren met veel succes het WWE-network. Het is eigenlijk ook een soort Disney. Een ‘experience’, een eigen wereld waar miljoenen mensen op afkomen. Een winnend businessmodel, dankzij Tech. Daarom waren de hoofdrolspelers ook naar SXSW in Austin gekomen vermoedelijk. Om uit te leggen hoe ooit een sport, of je daarvan houdt of niet, zich heeft ontwikkeld tot een heuse en serieuze entertainmentindustrie.

Eerlijk gezegd had ik wel een beetje te doen met The Undertaker.  Hij leek te verlangen naar de goede oude tijd. Naar de tijd dat worstelen op televisie toch nog als sport kon worden gekwalificeerd. Tegelijkertijd liet hij blijken zich goed te realiseren dat dat verleden tijd is.

Ondanks dat ik, ook na deze sessie, deze vorm van sport/entertainment niet zal internaliseren liep ik toch tevreden en met een glimlach de zaal weer uit. Mijn nieuwsgierigheid was bevredigd😊 Mooi om dat deze issues ook op de SxSW-agenda terecht kunnen komen.

De kracht van provocatie

Door Gerard Dielessen

The Power of Provocation: Liberating Creativity. Wat een mooie en uitdagende titel van een van de SxSW-sessies op deze zondag. Ooit leerde ik van Johan Cruijff dat je ruzie moet maken als het lang rustig is. Daar moest ik aan denken op weg naar deze bijeenkomst. Ik houd namelijk wel van een beetje provoceren, waardoor de geest wordt gestimuleerd en geënthousiasmeerd om nieuwe ideeën te genereren. Cruijff wist als geen ander het instrument van de provocatie te hanteren als gezapigheid in zijn selectie sloop, waardoor de noodzakelijke scherpte ontbrak. Dat leidde uiteraard direct tot mindere prestaties van het voetbalteam waar hij verantwoordelijk voor was, of zich in ieder geval voor voelde.

Provocatie in het bedrijfsleven is een niet alledaags instrument dat wordt toegepast om nieuwe ideeën tot ontwikkeling te brengen, zo betoogde Anthony Pannozzo van het bedrijf Frog, trouwens onderdeel van het veel grotere Cap Gemini. Frog is specialist in het provoceren van de verbeelding, zo verkopen zij zichzelf. 

Pannozzo voelde zich helemaal in zijn element op het podium in een van de zalen van het JW Marriott in Austin. Als een razende wist hij op een aanstekelijke manier de sympathie van de volle zaal te winnen. Bedrijven moeten zich blijven ontwikkelen. Alleen al om dat de exponentiële technologische ontwikkelingen zo snel gaan dat ‘niets doen geen optie is.’ In deze zich rap ontwikkelende wereld kun je 100 ‘lineaire’ jaren vergelijken met 20.000 ‘exponentiële’ jaren. Alleen dit al beseffen leidt snel tot de conclusie dat stilzitten leidt tot het reservaat en een spoedig einde.

Volgens Anthony Pannozzo is provocatie een machtig middel om veranderingen te initiëren en zelfs ook tot stand te brengen. Ik ben het daar van harte mee eens. 

Want provocerende bijeenkomsten leiden tot fundamentele gesprekken waarom je doet wat je doet en of dat nog wel bijdraagt aan datgene wat je uiteindelijk wilt bereiken. Veel bedrijven en organisaties vallen vroeg of laat in de slaapstand omdat ze bestaan uit een conservatief werknemersbestand dat (steeds vaker) vanuit een transactioneel perspectief doet het waarvoor ze zijn aangenomen. Op zich is daar niets mis mee, maar op de lange termijn niet houdbaar. Permanente ontwikkeling is noodzakelijk om in een snel veranderende wereld te kunnen overleven. 

Kunstmatige intelligentie

Ik schreef daar gisteren al over in het kader van kunstmatige intelligentie (AI) op redacties. Het is allang niet meer de vraag of journalisten met AI moeten gaan werken. Het is vooral de vraag hoe. Toch voorspel ik daarop veel redacties eerst eindeloze discussies gevoerd gaan worden of het gebruik van AI-gereedschappen (tools) wel verstandig is. Wat mij betreft een achterhoede gevecht. Nogmaals: stil blijven zitten is geen optie.

Bedenk ideeën, zo provoceerde Pannozzo. Sluit die ideeën vervolgens op in een tijdframe, zodat je jezelf verplicht werk te maken van wat je met z’n allen hebt bedacht en waardoor de relevantie niet weg sneakt in de tijd. En dan komt het erop aan omdat mensen in algemene zin, de woorden van Pannozzo, vooral gemotiveerd worden door plezier en juist de pijn willen vermijden. Maar als je nieuwe goede ideeën wilt uitvoeren kost dat vaak ook pijn bij mensen. Ze moeten andere dingen gaan doen dan wat ze misschien al decennia lang gewend zijn; kunnen de consequenties van de aanstaande noodzakelijke veranderingen niet overzien; of kunnen misschien wel hun baan verliezen. 

Anthony Pannozzo vindt het essentieel om continu de dominante mindset van medewerkers uit te dagen. Zijn er andere manieren om je doel te bereiken; is er voldoende reflectietijd om met elkaar de toekomst te verkennen. De waarom-doen-wij-het-zo vraag is uiterst belangrijk in dit opzicht. We zijn immers gewoontedieren en mensen reageren over het algemeen conservatief. Maak dus tijd en ruimte om met regelmaat uit de dagelijkse routine te stappen, hoe lastig dat vaak ook is omdat dat  dagelijkse werk natuurlijk ook gewoon gedaan moet worden.

Het panel met CEO’s van een paar aansprekende bedrijven zoals Expedia en AT&T voegde daar, wellicht overbodig, nog een aantal oneliners aan toe:

  • Ga altijd op zoek naar de limiet

  • Provocatie opent de horizon

  • Creëer ruimte voor open gedachten

Na afloop kreeg Pannozzo een ovatie voor zijn wervelende presentatie omdat de zaal vol vermoedelijk vol zat met volgelingen. 

Daar was ik er in ieder geval een van omdat ik geloof in de kracht van provocatie om creativiteit te stimuleren.